Lieve mensen,
Een hartelijke groet uit het verre Bolivia.
Dit jaar is voor mij een jaar met grote veranderingen. Voor het eerst woon ik nu samen met alléén Salesiaanse medebroeders en leken afkomstig uit Bolivia. Tot eind januari woonden er nog meerdere Europeanen. Dat is een grote overgang en toch nog even wennen.
Er zijn nu drie nieuwe Salesiaanse medebroeders, waarvan één de parochieschool (ruim 1200 leerlingen voor lager en middelbaar onderwijs) onder zijn hoede krijgt. Ondanks al onze inspanningen blijft het onderwijs een punt van zorg. Het ministerie van onderwijs wijst een leerprogramma aan en een schoolboek van de staat (met de politieke ideologie van de huidige regering) is verplicht. De motivatie van onderwijzers neemt af door de huidige politieke situatie en ook door de jongeren die steeds meer veranderen. De maatschappij wordt hier helaas ook steeds meer individualistischer, steeds meer een “ik” maatschappij.
Ook zien we het gebruik van alcohol en drugs toenemen onder de jongeren, men vlucht uit de werkelijkheid van de dag. Wat voor perspectief biedt dit land nou? Er is geen goede infrastructuur. Vast werk is er niet, er zijn veel dagloners. Het is leven met de dag. We bieden zo goed mogelijk onderwijs, maar welke toekomst is er nu voor de jongeren van nu in Bolivia? Goed dat er nu een medebroeder is die met hernieuwde energie de school weer oppakt. Een nieuwe frisse wind, dat is goed. Ik ben bijna 75 en heb niet de kracht meer om hiermee te beginnen. Ik ben blij met deze opvolging.
Ik haal mijn kracht en mijn geluk uit onze bloeiende parochie. Met name op zondagavond komen veel jongeren naar de kerk en op zondagmorgen om 9.30 uur veel kinderen. Ook hebben we vele werkgroepen (21 werkgroepen) die veel werk met passie, geloof en enthousiasme verrichten.
Als ik dan spreek over een vormsel voorbereiding van ongeveer 230 jongeren, die elke zaterdag samenkomen en over 300 families die zich gedurende twee jaar voorbereiden op de eerste communie dan zegt dit genoeg. Dit zijn getallen waar de kerk in Nederland mogelijk jaloers op zou zijn. Ik wordt hier warm van, God leeft onder de mensen. Het diaconale werk is hier enorm en dat is mogelijk dankzij uw hulp. Ik help de allerarmsten met eten, levensonderhoud en de jeugd met alles wat nodig is om een goed medemens te zijn.
Zelf ga ik elke morgen naar de kapel van de zusters in het ziekenhuis voor de eucharistie. In de mis van 6.00 uur verzorg ik dan vaak een nooddoop of een ziekenzalving.
Ook hebben we hier een kleine gevangenis, elke week bezoek ik de jongeren en probeer hen te helpen. Hen een toekomst (en hoop) in Bolivia te geven.
Daar de gezondheidszorg in het land slecht is (o.a. t.g.v. slechte voeding, veel vet en veel suiker, is het sterfte cijfer hoog). Dus, ik verzorg ook wekelijks vele uitvaarten.
Het middelbaar- en hoger onderwijs is matig. Duizenden jongeren doen examen om toegang te krijgen tot deze opleidingen, maar de staat bepaalt wie toegelaten wordt. Dat zijn dus altijd de jongeren waarvan de ouders lid van de nationale partij zijn. Talentvolle jongeren die geen kans hebben op middelbaar of hoger onderwijs help ik namens u. Dank hiervoor.
Ik probeer in verbinding te blijven met de directeur van bijv. het hoger onderwijs om talentvolle kinderen (ook al behoren ze niet tot de partij klasse) toch op het onderwijs te krijgen. Verder bezoek ik regelmatig Hogar de Dios, waar ik regelmatig de mis doe en hen help om rond te komen.
U ziet, ik heb nog genoeg te doen hier en dat kan mede dankzij uw steun, via een donatie of via gebed. Dank hiervoor.
Zo heb ik u wat laten delen in mijn leven hier. Ik ben gelukkig hier, ondanks alles.
De hartelijke groeten,
Henk