Doetinchem, april 2017
Beste mensen
Laten we dit keer maar weer eens met mezelf beginnen, dan hebben we dat gehad. Ik ben net terug van de cardioloog. Elke maand moet ik op controle komen. De bloeddruk is goed, dankzij de hulp van medicijnen. Maar ik merk ook dat ik een dagje ouder word, zo ben ik wat sneller vermoeid, helemaal als jongeren me uitdagen om een potje te ravotten. Dat alles houd ik niet meer zo lang vol. Gelukkig is het verder met mijn hart goed, ook met behulp van een pilletje.
De laatste keer dat ik u schreef was de situatie voor de Salesianen en mij wat onzeker, daar is nu meer verandering ingekomen. Het kost wat meer energie, maar ik voel wel dat ik van het werken hier gelukkig word.
Ik woon nu ongeveer 6 maanden met knapen van 15 jaar en ouder. Dat is niet altijd gemakkelijk voor de knapen en voor mij. Puberteit versus de senior. In een groot huis waar je met zoveel verschillende mensen leeft, moeten er regels zijn en dat is niet altijd makkelijk voor iedereen. Laat ik de keuken open, dan weet ik dat de knapen alles opeten wat los en vast zit, maar dat er ook sommigen zijn die wat weg halen. Dat eten komt natuurlijk door hun puberteit maar ook omdat de maaltijden hier niet altijd evenwichtig zijn.
De meeste jongens hebben geen familie ,anderen hebben alleen een vader of moeder en weer anderen komen uit extreem arme families.
De meeste jongens krijgen in de morgen een technische opleiding, enkelen in huis (les in houtbewerking of kookles, de anderen gaan naar een Salesiaanse school, 15 minuten lopen van de plek waar ik met de jongens woon. In de namiddag volgen ze les op de middelbare school, dat gebeurt ook op zaterdagmiddag. Het begrip van een weekend leeft hier minder dan in Europa.
Opvoeden van jongens met schade, die ze hebben opgelopen in hun jeugd, valt niet mee. De moderne tijd trekt aan hen, terwijl sommigen ook schreeuwen om geborgenheid. Geen makkelijke tijd voor hen, de tijd waarin we nu leven.
Een probleem wat ons als Salesiaanse gemeenschap erg bezig houdt, is de vraag, waarheen leidt de toename van het materialisme. Wat voor schade loopt de mens op ,als hij geen tijd heeft voor stilte en gebed?? Ik neem de luxe om niet al te laat naar bed te gaan (ik laat dan graag de zorgen over aan opvoeders in ons huis) en in de morgen sta ik vroeg op voor gebed en de eucharistie.
De materialistische zaken (telefoons, tablets etc) die er steeds komen creëren ook een bepaald verlangen bij de jongeren. Zij willen deze technieken ook hebben. Gelukkig is het nu rustig in huis, maar enige weken was de diefstal in huis groot. We kochten nieuwe schoenen voor enkele knapen en de dag erop waren ze gestolen en verkocht. Vanuit de 10 geboden van God, toon ik de jongens aan, dat God niet verboden heeft om te stelen(ge zult),maar dat stelen mezelf en de ander schade kan aanrichten. Ja opvoeden is niet gemakkelijk in deze tijd. Maar dat zullen velen van u herkennen.
Maar ik ben God dankbaar, dat ik bij deze knapen mag werken. Deze week kwamen vier jongens spontaan naar mijn kamer toe om met me te dollen en me op een vrolijke manier wat uit te dagen. Dat doet me goed.
Straffen helpt niet altijd, het is goed om telkens weer met de jongeren in gesprek te gaan. Maar ook om ze meer verantwoordelijk te maken voor het huis waarin ze wonen. We zijn nu samen volop bezig het huis op te knappen. Zo zijn we bezig om de nodige wasplaatsen te creëren, waar de jongens hun was kunnen doen. De jongens moeten zelf hun kleren wassen. Wij wassen hun lakens en slopen.
Met mijn 69 jaar mag en kan ik gelukkig nog veel betekenen voor de jongens hier in Bolivia.
Ik dank U harte voor Uw gebed en (financiële) steun, want de overheid helpt ons niet veel. De bisschop is nu bezig om een loterij te organiseren om geld te krijgen voor alle tehuizen in Santa Cruz en dat zijn huizen voor bejaarden, geestelijk gehandicapten en voor verlaten kinderen en jongeren.(ook doe ik nog steeds de mis en de uitvaarten in Hogar de Dios, een huis voor kinderen en jongeren met een geestelijke beperking en deze jongeren kijken uit naar mijn komst, want ik heb DVD,s bij me)
Ik wens u allen fijne en gezegende paasdagen toe, met de hartelijke groeten van Henk.
Lieve mensen, aug 2017
Weer eens een levensteken van mij uit Bolivia.
Het gaat goed met me. Wel wat problemen met mijn gezondheid, ik zal u hierin meenemen. Ik ben maanden aan het sukkelen geweest ten gevolge van een ontsteking aan mijn onderbeen. Dus naar de dokter. Er leek sprake te zijn van wondroos. Dus aan de antibiotica. Helaas ging het niet over, dus over naar sterkere antibiotica, echter de ontsteking genas niet.
Daarom werd ik doorgestuurd naar een dermatoloog die dezelfde diagnose (wondroos) stelde. Dus advies weer een andere antibiotica , helaas mijn onderbeen genas niet.
Ik werd er wat moedeloos van en vroeg me af “wat nu…?” Een bekende van me zei: “pater waarom gaat u niet naar het ziekenhuis voor tropische ziekten?”
In de morgen om 6.00 uur in de rij staan. Uiteindelijk kwam ik bij de arts terecht. “U bent gestoken door insecten, die hebben eitjes gelegd in uw been en daaruit zijn larven ontstaan. Kom vanmiddag maar terug, ik ga u opereren”.
De eerste operatie duurde ongeveer 45 minuten, hij haalde een larf uit mijn been. “Morgen terug komen, er moet er nog eentje zitten” zei hij.
De volgende dag een operatie van ruim een uur. Beetje bij beetje kwam de larf eruit. Omdat het werken hier niet zo goed is wat betreft steriliteit van werken, kreeg ik na de operatie weer een ontsteking. Dus weer sterkere antibiotica. Dat hielp niet, er werd een wondkweek van de ontsteking in het been genomen. Dus weer antibiotica. Nu na ongeveer80 dagen ben ik vrij van de ontsteking en vrij van de antibiotica kuren. Wordt hier maar niet ziek.
Nu gaat het goed met me en ik voel me goed. U zult wel denken “Pater kom toch naar Nederland”; maar ik heb voor een leven hier gekozen, en dan hoort dit erbij. Ik kan alleen zeggen ,kom je hier op vakantie sluit dan een goede ziektekostenverzekering af. Er zijn zelfs Bolivianen die naar Argentinië, Chili of Brazilië gaan voor medische zorg, ik hoor u nu al zeggen: “waarom gaat u daar dan niet naar toe? Lieve mensen, wat goed is voor mijn mensen, is ook goed voor mij.
Ik voel me goed in het werk bij de grote jongens en ik begrijp nu goed, waarom God me heeft geroepen om salesiaan van Don Bosco te zijn. De jongens met wie ik nu werk hebben een voorbeeldfiguur nodig in hun leven. Er zijn in deze tijd veel jongeren hier in Bolivia die geen warm gezinsleven kennen en derhalve dit zelf ook niet goed kunnen vervullen.
Ik heb er intussen ook meer werk bij gekregen. Eerst was ik verantwoordelijk voor het tehuis voor de jongens, nu ben ik ook verantwoordelijk voor de timmerwerkplaats en de bakkerij, die verbonden zijn aan ons huis. De bakkerij vraagt vooral aandacht op het gebied van hygiëne. Dus regelmatig kijken of de vloeren, de wasbakken, het materiaal schoon is. Dit moet je elke dag controleren, want de mensen zijn hier erg gemakzuchtig.
De timmerwerkplaats vraagt vooral aandacht om de mentaliteit van de leraren te veranderen. Zij willen leraren zijn met zeg maar “schone” handen. Er heerst een mentaliteit van 4 uur lesgeven en 4 uur tijd hebben voor de lesvoorbereiding. Waar krijgt men deze luxe??? Dus dit is geen gemakkelijke taak.
Vanaf januari tot half juli had ik elke dag een man in huis om het internaat op te knappen. Jarenlang was er geen onderhoud gepleegd. Wat hebben we hier kunnen realiseren dankzij uw hulp.
– nieuwe afvoerkanalen voor alle douches en toiletten, ongeveer15 toiletten en 10 douches.
– de jongens wassen zelf hun kleren met groene zeep, maar er waren te weinig wasbakken, dus nieuwe wasbakken zijn er geplaatst.
– ophanghaken van aluminium om de was te laten drogen.
– schilderwerk.
– ga zomaar door, je valt van het een in het ander.
Ook hadden we dit jaar een zeer koude en lange winter en de meeste jongens hadden geen winterkleding. Dus verschillende keren naar de markt om truien, jassen, sokken en nog veel meer te kopen.
Maar ik voel me goed bij dit werk, ook al werk is zeven dagen per week en duren mijn werkdagen soms wat lang. Ik merk dat het goed is dat ik er ben.
Ik denk aan U, dank U voor Uw steun en hulp,
Met de hartelijke groeten van Henk.
Bolivia, december 2017
Lieve en goede mensen,
Allereerst een hartelijke groet uit Bolivia, waar het nu vaak boven de 30 graden is, soms te warm.
Hier eindigt het einde van het schooljaar. Dat betekent tijd van veranderingen, ook voor ons als Salesianen. Sommige worden overgeplaatst, een nieuwe overste. Wat gaat er gebeuren in onze gemeenschap? Het is nog even afwachten. Spannend, veranderingen zijn uitdagend maar roepen soms ook wat spanning op. Wel is zeker dat ik in Bolivia blijf bij het straatjongerenproject. Hier ben ik blij om. Het is soms vermoeiend werk, ik word ook een dagje ouder, maar straatjongeren, hebben meestal geen familie of geen contact meer met de familie. Dan ben ik blij dat ik een familielid van hen mag zijn.
Tijd van verandering. Dat betekent dat verschillende jongeren in november en december hun studie beëindigd hebben en alleen gaan wonen. Wat fijn om mee te maken. Er komen weer nieuwe jongeren die komen uit andere huizen van onze Don Bosco projecten, maar er komen ook jongeren die uit de gevangenis zijn ontslagen. Dus in januari komen ongeveer 20 nieuwe jongeren.
Ik werk nu ruim een jaar bij de jongeren in leeftijd variërend van 15 tot 23 jaar. Een van hen is lichamelijk gehandicapt, twee zijn er geestelijk gehandicapt. Helaas kennen we in ons project niet alleen successen. Soms word je genoodzaakt van jongeren afscheid te nemen omdat ze drugs gebruiken of stelen van ons. Je hebt soms geen keuze, maar lastig blijft het altijd.
Wat me eigenlijk nooit zo sterk is opgevallen in al de jaren dat ik hier woon ,is de ingrijpende psychologische verandering die jongeren ondergaan als ze 18 jaar worden.
Ze zijn volwassen zeggen ze “ik ben volwassen en kan thuis komen, wanneer ik wil, ze kunnen hun eigen beslissingen wel nemen.” Aan de andere kant hebben ze je hulp nog zo hard nodig ( kun je meegaan naar de dokter, pater). Het lijkt er bijna op dat als ze 18 worden ineens de machocultuur aannemen, terwijl er velen nog “kind” zijn.
Hier denk ik veel over na. Dat betekent voor mij dit jaar ook een tijd van bezinning. Hoe kunnen we de jongeren goed voorbereiden om binnen te treden in de wereld der volwassenen.
Ik ben de goede God dankbaar, dat ik nog elke dag bij deze jongeren kan zijn. Dat ik voor hen van betekenis mag zijn. Velen van hen hebben als kind al emotionele schade opgelopen, dan is dit moeilijk om later te overwinnen. De meeste jongeren in mijn huis zijn kwetsbaar en zijn daardoor gevoelig voor materialistische zaken.
Fysiek gaat het goed met me. Ik sta onder controle van de cardioloog, slik keurig mijn medicijnen en let op met eten. Het bereiden van het eten gebeurt hier niet altijd hygiënisch. Ik weet dat ik erg gevoelig ben voor infecties, dus ik let goed op.
Ik prijs me gelukkig met de vele vrijwilligers. Ook Nederland (de commissie Samen uit Amsterdam) stuurt ons vaak jonge vrijwilligers. Jonge mensen, die enige maanden hun leven geven aan jongeren in Bolivia. Ook nu zijn 2 vrijwilligsters uit Nederland werkzaam bij ons en wel in de opvanghuizen.
Ik wens U allen mooie en vredevolle kerstdagen toe en een voorspoedig 2018. Dank voor uw steun het afgelopen jaar. Dankzij u kan ik hier dit mooie werk blijven voortzetten.
De hartelijke groeten, Henk Erdhuizen, sdb.